10-04-2022

Wedstrijdverslag van een onvergetelijke marathon.
Direct na mijn eerste marathon in Amsterdam in 2019 zei ik: “Nu ga ik ook in Rotterdam een marathon lopen”.
Mijn moeder is namelijk Rotterdamse en een groot deel van de familie van mijn vader woont daar nu nog in de omgeving. Hoe leuk zou het dan zijn om de ervaring van de Rotterdamse marathon eens te krijgen?
Maar toen startte de wereldwijde pandemie en werd de 2020 editie van Rotterdam
verplaatst naar oktober 2020. Omdat er toen sprake was van enkel een NK en elite race
tijdens de Marathon van Amsterdam besloot ik mijn startbewijs te verkopen. Uiteindelijk weten we allemaal hoe 2020 afliep. Daarom heb ik toen direct voor de 41e editie een startbewijs gekocht en 10-4-2022 werd groot in de agenda gezet.
Zij die mij al wat langer volgen weten het misschien, maar er zijn een paar dingen die ik niet zo leuk vind:
- Lopen in de kou.
- Lopen in de regen.
- Lange duurlopen.
Dus eigenlijk is een voorjaarsmarathon niet de meest voor de hand liggende keuze. Toch ging ik aan de bak en met een doel onder de 2h30 finishen. Voor frisse moed ging in aan de slag. Trainingen op tempo gingen goed, een 30-er gelopen en op 19 maart een 29 km loop. Een dag later wees een test uit dat ik besmet was met COVID-19. Zonder echt ziek te zijn, bleek ik dus wel een virus onder de leden te hebben. Eigenlijk zonder echte ‘schade’ kon ik een week later weer rustig aan trainen.
De ultieme test was 3 april. Ik liep toen de 10km wedstrijd tijdens de HilversumCityRun. Volgens mijn Garmin liep ik 10 km in 31:46 min – wat een nieuw PR zou zijn – maar de finishlijn was 300 meter verder. Het gaf me wél een goed gevoel. Nog 1 of 2 trainingen in de week voor de marathon en ik was er klaar voor.
Dat liep dus even anders. Een dag na die 10km wilde ik langs de wasmand op de overloop stappen en schopte ik vol met mijn voet tegen de badkamerdeur aan. Gevolg: een gebroken teen. Gelukkig niet mijn grote teen, maar het teentje ernaast.
Dat zou toch niet betekenen dat ik voor niets getraind had? Een week rust zou moeten helpen en met de fysio en de huisarts besprak ik de mogelijke gevolgen van het lopen van de marathon met een gebroken teen. Uiteindelijk besloot ik weloverwogen om het in ieder geval te proberen.
Daar stond ik dan, zondagochtend 10 april aan de start van de marathon van Rotterdam. We hadden vooraf een groepje gevormd van 4 lopers met hetzelfde doel. We positioneerde ons vooraan in het startvak en daar gingen we…..


“Niet te snel starten!” was het motto. Dus paste ik me aan (tot op de Erasmusbrug). We bleven bij elkaar en zochten een mooi ander groepje. Het eerste groepje ging net even te langzaam, het volgende te snel. We waren inmiddels ook gehalveerd en Dennis en ik liepen samen. Al snel vormde er een groepje om ons heen. Op 14km kwam er een loper voorbij waarvan ik wist dat hij ook 2h29 wilde lopen, dus ik zei tegen Dennis: “Hier aan plakken, hij loopt onze tijd”
Maar al snel daarna merkte ik dat ik het zwaarder ging krijgen, de verzuring kwam gewoon nu al. Wel kon ik nog enigszins mijn tempo vasthouden. Op 17 km klokte ik pas voor het eerst een km-tijd van hoger dan 3:40 min. Mijn tijd op de klok toen in de ½ marathon lijn passeerde was 1:15:06. Dus met een opleving zou 2h30 nog steeds haalbaar kunnen zijn. Tijdens mijn eerste marathon had ik ook een dipje halverwege en kon ik me daarna weer herpakken. Die opleving kwam deze keer helaas niet. Het werd alleen maar zwaarder.
Toen ging de knop om. Geen toptijd, mijn teen voelt oke, dan maar genieten! En dat heb ik ook gedaan. Op de Laan op Zuid (27km) kwam er iemand naast me lopen, die vroeg: “also a bad race?” Hij had last van zijn heup en wilde uitstappen. Ik vertelde mijn verhaal en vertelde hem om te genieten van de sfeer en te kijken hoe ver hij kon komen. Uiteindelijk heeft hij de eindstreep gehaald. Nog geen 2 km verder hoorde ik in de tunnel van Blaak een dame proesten en hijgen. Tegen haar zei ik: “Just follow me! I’ll help you” en toen we boven waren “vamos, go go go”. Uiteindelijk bleek zij de snelste vrouw boven 40.


Bij mijzelf ging het langzaam steeds moeizamer. In het Kralingse Bos keek ik uit naar Harry (DJ Flyon)
Ik wist waar hij stond en wist dus ook dat dat de terugweg betekende. Ik zag daar ook Dennis weer, blijkbaar had hij het ook zwaar gekregen onderweg. Harry zag me aankomen en vertelde door de speaker aan het publiek dat hij me kende. Dit deed me goed, al voelde ik ook de emoties omhoog komen door zijn lieve woorden. Ik ging de bocht om en daar stonden de Cheer-borden van NN waarop supporters boodschappen konden achterlaten. Marieke had met de kinderen een boodschap opgestuurd. Op basis van mijn chip wist het systeem dat ik er liep. Direct sprongen de traanbuizen weer vol.
Op ruim 35 km beseften Dennis en ik dat we het tempo liepen van een zone 1 training, maar dat het voelde als sprinten. We konden er alleen maar om lachen. Toen we een paar meter later onze kilometersnelheid doorkregen, klopte het gevoel van snelheid.
En toen, op km 36.6 schoot er kramp in mijn linkerkuit.
Ik dacht meteen: nu is het afgelopen. Maar na een seconde of tien stilstaan en wandelen, probeerde ik of rennen weer mogelijk was en dat lukte. Dus kon ik mijn weg naar de Coolsingel vervolgen.
Gedragen door het fantastische publiek langs de kant kwam ik weer terug in de stad. Ik wist dat een van mijn lopers (Sasha) en een bekende fotograaf (Rob van Efferen) bij de kubuswoningen stonden. Al snel zag ik Sasha boven de menigte uitsteken en zwaaien.
Nog drie bochten en ik ben er, dacht ik nog. Precies onder de kubuswoningen schoot de kramp er weer in, weer wandelen… Ook deze trok weer snel weg. Op naar die finish!
Wat een feest op Blaak en de Coolsingel. En daar was de finish… 2 uur 44 minuten en 19 seconden.


Wat een avontuur deze marathon! Ik ben snel mijn medaille gaan halen. Ik maakte nog een grapje met de voorste dames die ik voorbij liep en nam bij de laatste dame mijn welverdiende plak in ontvangst.
Even verderop heb ik nog een flesje AA-drink gepakt en gedacht: “Hé kijk, een dansende banaan” (iemand was verkleed als banaan bij de stand van de bananen). Ik weet niet meer of het voor of na de banaan gebeurde, maar ineens sloeg het noodloot toe.


Mijn benen schoten in de kramp. Voeten, kuiten, schenen, knieën, hamstring, bilspier. Ik kon niet meer op mijn benen blijven staan – het deed zoveel pijn. Al snel kwamen er twee dames aan van het Rode Kruis om te helpen. De rolstoel mocht echter niet baten.
Uiteindelijk werd ik op een brancard getild en naar de verzorgingspost gebracht. Daar ontstond nog enige verwarring, in verband met mijn gebroken teen… Ik werd naar de fysiotherapie afdeling gebracht.
Wat een engelen stonden daar. Joel en Rens zijn 45 minuten bezig geweest met mijn
benen. Als de kramp in mijn kuit over was, schoot het in mijn knie, van links naar rechts en van boven naar onder. Wat grappig was: een van hen had warme handen en dat was heel fijn, maar de ander had dan weer heerlijk koude handen.
Uiteindelijk stond ik weer op mijn benen en kon ik naar huis. Direct uit de tent kwam ik twee van mijn lopers tegen: Wess en Arke. Inmiddels was mijn vader mijn tas gaan halen, dus die kwam terug met schoenen en een lange broek.
Nu ik het er toch over heb… Mijn ouders stonden op vijf punten langs het parcours.
Terwijl mijn vader net een nieuwe knie heeft, dus met een kruk liep. Wat een helden! En dan was er nog zo’n held. Marcel Linders had de taak van mijn vader overgenomen om mij te voorzien van mijn drankjes op vier verschillende plekken langs het parcours.


Ik zag onderweg ook mijn oude buurjongen Mark ineens bijna midden op de weg staan. ’s Werelds beste pacer en top-atleet Roy Hoornweg stond meermaals langs de kant om ook mij aan te moedigen, die heb ik nog gekscherend gevraagd om even een stukje mee te lopen omdat ik het zwaar had.
En zo kan ik nog wel even doorgaan. Ik heb heel veel mensen waarschijnlijk niet eens gezien of gehoord – maar ik wist dat ze er waren.
Of deze marathon #demooiste was? Het was er voor mij in ieder geval eentje om nooit te vergeten.
En op 16-04-2023 sta ik er weer. Dat staat vast.